De alleskunner

We kregen tragisch nieuws uit Nederland dat ons trof als een mokerslag. Linda vloog naar huis, Jamie onwetend en mij in in mineur achterlatend in een Georgisch bergdorp. Een kleine week zouden we samen doorbrengen, vader en zoon. Ik zag er niet bepaald naar uit. Het is een lieve jongen, maar een fatsoenlijke maaltijd klaarzetten of roepen dat er een straathond in mijn dode hoek zit kan ik van hem niet verwachten. Aan de andere kant: wellicht was het een kleine herkansing. Vóór het vaderschap zich in concrete vorm aandiende was ik in de veronderstelling dat de geboorte van een kind een omslag in mijn doen en denken zou veroorzaken. In één klap zou ik transformeren tot liefhebbende patriarch, zo'n man die de juiste keuzes maakt, verantwoordelijkheid pakt en zijn gezin beschermt door middel van statuur en een alwetend brein. Maar niets van dit alles natuurlijk. Ook met een kind bleef ik een dolende verzameling tekortkomingen, met als extra handicap de knagende onzekerheid van het ouderschap. 

Maar nu ik noodgedwongen een dubbelrol als vader én moeder aan moest nemen was dit een nieuwe kans om mijzelf als ouder te bewijzen. Ik was voornemens om deze test glansrijk te passeren. We zouden samen op avontuur gaan en plezier maken, waarbij ik mij niet zou laten verleiden tot kleinzerige irritaties over rondvliegend speelgoed, redeloze huilbuien en nachtelijk gejammer. Geheel volgens de moderne pedagogie zou ik mij volledig openstellen voor de belevingswereld van ons kind, wat al bij de eerste poging jammerlijk mislukte:

- "Waar wil je mee spelen?"

- "Met jou!"

- "Dat bedoelde ik niet. Ik heb even geen tijd. Wil je ergens anders mee spelen?"

- "Nee! Neeheehee!!"

- "Nee? Dat is ook goed. Je bent een peuter, die willen soms niks."

- "Wel dus!"

- "..."

Hij miste zijn moeder, en vriendje Febe, die gelukkig in de buurt was en waar ik al snel naar toe reed om hem wat afleiding te bieden, en zelf een gesprek te kunnen voeren met mensen van mijn eigen leeftijd. We hadden het over onze bussen en het onderhoud, en de uit Nederland meegebrachte schokdempers die ik nog moest installeren. Want de Georgische wegen zijn een soort middeleeuws martelwerktuig voor alles wat er over heen rijdt, en hier is onze bus niet geheel op toegerust (ik ga hier iets vertellen over techniek, maar ter geruststelling: het technische gehalte blijft, gelijk aan de kennis die ik over dit onderwerp bezit, vrij laag van niveau en hoog in abstractie). De vering is soepeltjes, en de schokdempers oud en licht. Daarnaast is de bus zelf smal en hoog, waardoor we in het beste geval 'dansen' over de kuilen en gaten, en in het slechtste geval moeten we onszelf vastgrijpen om niet met huisraad en al uit de openstaande ramen te worden geslingerd. De vader van Febe, William, bood aan om te helpen bij de installatie.

Die hulp was meer dan welkom. Het is nu eenmaal zo dat alles tijdens zo'n reis als deze het zwaar te verduren heeft en continu aandacht behoeft. Ik heb nog niet eerder met zo'n grote regelmaat slangenklemmen, kniptangetjes en kitspuiten in mijn handen gehad als afgelopen jaar, en hoewel de handigheid toeneemt is extra kennis niet af te slaan. Daarnaast is het sneller en gezelliger, dus voor ik het wist lag William onder de bus. Het zou een relatief eenvoudige klus moeten zijn, dat ik eigenlijk al had willen uitbesteden aan een garage want ik weet hoe dat gaat: het blijkt toch veel moeilijker dan gedacht en uiteindelijk maak je het nog kapotter dan het al was. Alles zat na dertig jaar roest, modder en tectyl inderdaad muurvast, maar William bleek olympiër op het onderdeel momentsleutelen. Verder had ik als hulplijn via de app nog een technisch orakel uit Spanje, naar Jamie had ik geen omkijken want die was in de gloria door de aandacht van Febe en zijn moeder, en naast ons stond een Duitser. Dat laatste is ook niet te onderschatten. Duitsers hebben zó veel materiaal en gereedschap bij zich dat ze bij panne of diefstal ter plekke een volledig nieuwe auto kunnen assembleren.

Dus zo kon het dat we na een dag klussen de nieuwe schokdempers onder de bus hadden gemonteerd. Uiteindelijk was mijn eigen bijdrage aan het geheel minimaal, maar dat heeft Jamie niet gemerkt. Hij heeft zijn vader de bus zien repareren, en nu ligt hij continu met zijn plastic moersleutel onder de bus: 'even kijken of alles nog goed is'. Het zal indruk hebben gemaakt. Want hij heeft afgelopen week natuurlijk gezien hoe zijn vader niet alleen een aardig potje voetbal speelt, maar ook een levensechte imitatie van Pino in huis heeft, auto's kan repareren en een smakelijke champignonsoep op tafel zet. Je ziet het hem denken: kan hij dan álles?

Tja. Zo doen ze dat, die vaders.