Campinggids

Geen idee waarom niemand zich er ooit aan heeft gewaagd, maar er is geen campinggids voor Iran. Terwijl het toch een een ideaal land is voor zonaanbidders. Bovendien is er weinig criminaliteit, je tankt er voor zo goed als niets en als buitenlander hoef je geen tol te betalen, om maar een paar voordelen ten opzichte van de obligate vakantie naar Fréjus te benoemen. Misschien heeft het te maken met de afstand. Het is toch 5000 kilometer rijden, dat red je niet met 2 rolletjes fruittella voor de kids op de achterbank. 

Dat we ver van huis zijn werd afgelopen week benadrukt door een kudde kamelen langs de kant van de weg. Kamelen! Het schip der woestijn, in een landschap dat daar inderdaad veel van weg had. Lelijke dieren zijn het, met hun knokige poten, slechte gebitten en beschuimde hanglippen, de bulten mistroostig hangend naar één kant, of allebei naar een andere, als een soort spagaat. Ze zien er altijd uit alsof ze de last van de wereld met zich meedragen, wat in feite natuurlijk ook zo is, of in ieder geval, een deel ervan. En dat doen ze al een tijdje, want zonder die beesten was de zijderoute een stuk minder soepel van de grond gekomen. Een kilometer of dertig per dag konden ze afleggen, en dit is nog altijd zichtbaar door de ‘caravanserais’ die we passeren: de vroegere herbergen waar gegeten en geslapen kon worden op weg naar de oost, of juist er van af. Nu zijn het in sommige gevallen hotels, theehuizen of vervallen ruïnes van leem en baksteen.

Sommige caravanserais zijn uitgegroeid tot handelscentra, waar bazaars en uiteindelijk ook steden omheen zijn gegroeid. Het zijn plekken waar de rijkdom van weleer nog steeds zichtbaar is door koopmanshuizen met waterrijke tuinen, Ottomaanse badhuizen en gigantische blauwgroene moskeeën. In sommige delen lijkt de tijd stil te hebben gestaan, hele straten gevuld met curiosa die hier nog altijd een belangrijke functie vervullen. Perzische tapijten, tinnen ketels, koperwerk en aardewerken kruiken, verkocht in winkeltjes die worden beheerd door veelal oude mannen met zware wenkbrauwen en vermoeide ogen. Wanneer Jamie langs fietst manen ze hem te stoppen en knijpen in zijn wang terwijl ze een snoepje in zijn hand duwen. Wanneer Jamie glunderend weg fietst probeert een brede glimlach onder hun dikke borstelsnor vandaan te kruipen. 

Tussen die steden rijden we in een desolaat landschap van ruige bergen en kale vlaktes, een grootse leegte die door de eindeloze vergezichten in het niets overweldigend aan kan doen. De wegen zijn niet zo goed als ons vooraf was verteld, we rammelen zuidelijk op weg naar woestijnachtige gebieden voordat de dagtemperatuur boven de veertig graden uitkomt. Het Iraanse verkeer is - wellicht door de sancties- gevrijwaard gebleven van rijstroken, richtingaanwijzers en roetfilters. Het is een vrolijke chaos, mensen zwaaien wanneer ze ons links en rechts passeren - blijkbaar is voor iedereen duidelijk dat we toeristen zijn. Waarschijnlijk herkenbaar doordat we ons knipperlicht gebruiken, maar het kan ook komen door de surfplank op het dak, want ja - wisten wij veel dat we hier terecht zouden komen. We stoppen in een dorpje waar bontgekleurde was hangt te drogen tussen lemen huisjes. Jongens met heldergroene ogen komen hun Engels met ons oefenen, meisjes willen op de foto met Linda. We worden uitgenodigd om te blijven eten en slapen.  

Maar we willen even alleen staan, en bij gebrek aan een gezellig geïllustreerd gidsje met verhelderende icoontjes zoeken we aan de hand van tips en apps naar een geschikte plek om te slapen. Ik schrijf dit stukje langs een klein stroompje water, er staan hier een tiental boompjes die te klein zijn om schaduw te geven, rondom is er kilometers niets behalve steen, tuimelkruid en verdorde graspollen. Het is 37 graden, maar door de harde wind kunnen we de luifel niet uitdraaien en zitten we in de zon. In de bus is het vermoedelijk nog een graad of 30 warmer, de ijsjes zijn gesmolten en het ziet zwart van de vliegen. Er kruipen mieren over mijn voeten, van die grote die met hun poten omhoog gaan staan als een kung fu-strijder voordat ze aanvallen. Af en toe slaat een vlaag zand in mijn gezicht. Een week geleden hebben mensen hier de hele avond binnen gezeten vanwege hyena’s. 

Dus ja. Misschien hadden we in moeten gaan op het eerdere aanbod. Want je kunt je surfplank en vouwtafeltje wel meenemen, maar uiteindelijk is het toch iets meer survival dan kamperen in Iran. Maar wel vrij zicht hè! Kom daar maar eens om, ergens bij Fréjus.