Ollin' kluuzif

Sommige momenten blijven je voor altijd bij. Je brein legt ze voor je vast, als foto’s in het geheugen. Je eerste kus bijvoorbeeld: klik, doet het brein. Of mijn moeder die hoort dat oma is overleden: klik. Zeilend in Friesland met vrienden: klik. Een gevecht op het schoolplein toen ik veertien was: klik. Soms zijn het iconische momenten of kruispunten, maar vaak zijn het dagelijkse zaken die het onthouden eigenlijk niet waard zijn. Een verzameling tegen wil en dank, maar allemaal samen vormen ze de diapresentatie van een mensenleven. Een verhaal dat alleen beschikbaar is voor de eigenaar van de beelden. Het is door niemand anders te zien, ongefilterd, en je krijgt er geen likes of comments bij.

Om die diavoorstelling in hoofdzaak een vrolijke vertoning voor onszelf te laten zijn ondernemen we deze trip. Het verzamelen van mooie momenten vraagt hier en daar wel wat opoffering van comfort. De gebrekkige ruimte in de bus bijvoorbeeld, de dagelijkse zoektocht naar vers water en boodschappen, de afwas, het vinden van een slaapplek zonder blaffende honden, de zorgvuldige omgang met schone kleren, de bijbehorende handwas wanneer dit niet gelukt is, driemaal daags de vloer met een vegertje bewerken, douchen in de vrieskou, en ‘s avonds het bed van stof, puzzelstukjes en kindersnot ontdoen om vervolgens een jacht op binnengevlogen muggen te ontketenen. Hopelijk blijft de tijdslijn van het geheugen van dit soort bedoeningen gespaard, anders is alles voor niets geweest. Gelukkig komen er regelmatig familieleden langs waardoor we ons genoodzaakt zien een appartement te huren en ons te wentelen in het gemak dat een woning met zich meebrengt. Vorige week kwamen broer en schoonzus met nichtjes langs, en in overleg boekten we bij een resort in Antalya.

Vanaf de parkeerplaats sleepten we met zakken en tassen vol vuile kleren en kinderspeelgoed door de lobby, waar wij werden geringd met een polsbandje en de wereld van ollin’ kluuzif zich voor ons openbaarde. Onze kampeerboedel werd naar een royale kamer gebracht. Een breed en zacht bed, enorme donzige handdoeken in de badkamer met daaronder vilten slofjes. En als er nog iets was konden wij gewoon bellen. Snel haastten wij ons naar beneden voor hetgeen we gekomen waren: onze familie en de onbeperkte voorraad drank en eten. Voor Jamie telde echter alleen het eerste, hij had al zeven dagen stickers geplakt op een aftelkalender en werd al die dagen wakker met de vraag ‘zijn Zélie en Aimée er al?’ En nu waren ze er dan. De maanden van afwezigheid en videobellen leken hen alle drie niet te deren, er werd omhelsd en gekust en cadeaus uitgedeeld om daarna direct richting speeltuin te gaan. Aimée vrolijk huppelend, Zélie rennend met wapperende lokken, en Jamie sprintend met zijn stuiterende peuterwaggel. Klik.

We hebben de daaropvolgende dagen gespendeerd met bijpraten, genieten van elkaars gezelschap en doen wat je op dit soort plekken hoort te doen: niets. Het was een groot contrast met het camperleven, en wellicht daardoor een verrassend elitaire belevenis. Geen boodschappen, niet koken, niet afwassen, geen plannen voor de dag van morgen. Liggend op bedjes rond het zwembad drinken we veelkleurige drankjes door een rietje en houden in de gaten wanneer er weer gegeten kan worden. De buffetten zijn enorm, en het eten is gevarieerd en lekker. We proberen ons in te houden en niet alle 40 desserts op te scheppen op de eerste avond, maar zie weerstand te bieden aan dat soort verleidingen: dan moet je stevig in je slippers staan. Het is een plek van overdaad waar alles is ingericht op de onmiddellijke behoeftebevrediging, en we laten het ons welgevallen. Ik ben opgegroeid in een gezin waar vakanties niet in gelukzalige passiviteit werden ondergaan maar actief moesten worden bestreden: achteraf was er tijd om te genieten. Maar nu nemen we het er even van.

Helaas besloot Jamie hetzelfde. Misschien was het de enorme hoeveelheid eten, de verandering van ritme of alle nieuwe indrukken die hij opdeed, maar hoe dan ook: hij zat er wat afwezig bij terwijl wij ons de derde avond van en naar buffet begaven om borden vol te scheppen. Om hem wat op te fleuren nam ik hem op schoot, gaf een knuffel en hoorde dat hij iets wilde zeggen. Terwijl ik hem aankijk gaat zijn mond open, waarna een heel behoorlijke hoeveelheid eten met grote snelheid naar buiten komt. De kots kolkt over de tafel, borden en telefoons worden overspoeld door herhaaldelijke golven halfverwerkte pannenkoeken, chocoladetaart en Cornetto’s. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt, ik heb geen idee wat te doen. Ik sta met hem in mijn handen alsof ik met een gieter de tuin aan het besproeien ben. Chantal en Lin proberen op tafel te redden wat er te redden valt, en als Jamie klaar lijkt te zijn neem ik hem mee naar de kamer, mijn armen nog nadruipend. Terwijl ik langs de tafels loop wordt ik aangekeken door een Engels stel. De man heeft een groot, rond gezicht, de vrouw geblondeerd piekhaar en een diep decolleté vol tatoeages. Geïrriteerd en afkeurend kijken ze naar me op, hun roodverbrande hoofden boven een bord lamsgehakt. Jamie huilt met gierende uithalen, ik stiefel het restaurant uit met een zurige lucht in ons kielzog. Klik.