Een suikerzoete omhelzing

Er is muziek in het restaurant, een klein bandje dat langs de tafels gaat. Mannen van een jaar of vijftig, stoppelbaarden en leren giletjes. Ze streamen live op Tiktok maar verder is het heel authentiek. We zitten te eten in de wijk Kumkapi in Istanboel, waar we een paar dagen verblijven in afwachting van ons Iraanse visum. Buiten is het fris, het waait hard en regent zo nu en dan. Binnen warmen we ons aan muziek en mezzes. Het bandje zet 'Simarik' van Tarkan in, het enige nummer van Turkse bodem dat we kennen. We doen de kusjes uit het refrein enthousiast mee waardoor we wellicht de indruk geven volledig geïntegreerd te zijn in de lokale cultuur.

Geheel ten onrechte uiteraard. We zijn het land pas net binnen en kijken met de laatste restjes feta in onze mondhoeken verbaasd om ons heen: het is een radicale verandering. Vanuit Griekenland Turkije inrijden is alsof je vanaf een plattelandsdorpje een industriële stad binnenrijdt. Reusachtige rode vlaggen wapperen met lome trots boven hoogbouw, fabriekshallen, havens met containeroverslag en raffinaderijen. Het verdient de schoonheidsprijs niet, maar je vraagt je met terugwerkende kracht wel af waar die Grieken hun geld eigenlijk mee verdienen. Een grote verandering is ook het islamitische karakter van het land, een geloof dat zich boven alles kenmerkt door het geluid van de megafoon. 

Ondanks ruime ervaring met vakanties in moslimlanden schrik ik mij altijd weer te pletter als een wildvreemde mannenstem plotsklaps door de lucht schettert. De eerste halve seconde is ook altijd een opgaande toon waardoor je even het idee hebt dat het luchtalarm af gaat. Want wat zetten ze die luidspreker altijd hárd. Alsof alle moslims slechthorend zijn, of continu hun haar staan te föhnen waardoor ze het zouden missen. Ik vraag me ook altijd af of het live is. Soms hoor je een doffe 'kloenk' aan het einde, alsof de muezzin een triomfantelijke mic-drop doet. Maar dat is dan waarschijnlijk het cassettebandje dat wordt stopgezet.

Jamie kijkt ook telkens verschrikt op van de oproep tot gebed. Omdat religie er nog niet lekker in gaat bij een 2-jarige hebben we verteld dat sommige mannen hier met luide stem regelmatig liedjes staan te zingen. Het avondgebed is rond zijn bedtijd dus we hebben hem wijsgemaakt dat er dan wordt gezongen dat hij zich klaar moet maken voor de nacht. Bid- en bedtijd. Dat slaat goed aan, gisteren vroeg hij al bij de eerste 'Allah Akbar' om zijn tandenborstel. En die heeft hij nodig hier. De manier waarop hij hier wordt ontvangen is ronduit absurd, Lin en ik lijken wel begeleiders van een circusaap wanneer we met hem door de stad lopen. Hij wordt geknepen, omhelsd, opgetild en gekust, en krijgt van wildvreemden cadeaus en vooral snoep aangeboden. Het verhaal gaat dat Sinterklaas eigenlijk een Turk was, en ik denk dus dat dit klopt. 

Het is een fijner ontvangst dan ik zelf heb gekregen, want bij het hardlopen gisterochtend werd ik in mijn been gebeten door een zwerfhond. Wat mij betreft verdien ik die snoepjes dus meer dan hij, maar 'zo zit de wereld niet in elkaar' - aldus mijn vriendin. Het enige wat ik krijg zijn vier rabiës-prikken, te ontvangen in ziekenhuizen naar keuze, op vooraf vastgestelde data, waardoor we de komende drie weken een hondsdolle hospitaaltour door West-Turkije zullen maken. Om mijzelf te troosten ben ik gisteravond weer eens naar de kapper getogen, wat naar later een Oezbeekse barbier bleek te zijn. Oezbeken zien er uit als Chinezen en hebben ook dergelijk haar. Bijna had ik zo'n landelijk Chinees bloempotkapsel, alsof je een speelgoedwokje omgekeerd over je schedel hebt liggen. Ik moest de schaar uit z'n handen trekken en ben mokkend naar de bus gewandeld. Ter compensatie van al dit leed zijn we vanavond uit eten. 

Maar ondertussen is het bandje gestopt en is het kosteloos aangeboden nagerecht op, we stappen naar buiten. Het is donker en koud maar droog. Jamie is op zijn loopfietsje, we moeten rennen om hem bij te houden. Hij probeert door zo veel mogelijk plassen te racen en tegelijkertijd alle omhelzingen en ruwe handen door zijn haar te ontwijken. Kumkapi is een arme wijk waar alle Aziatische en Afrikaanse landen zijn vertegenwoordigd, een smeltkroes van culturen waarin iedereen probeert zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Overal zijn winkeltjes, en de stoep is gevuld met mannen en vrouwen met koopwaar op kleedjes. We passeren een vuurtje met kastanjes, schreeuwende mannen met handkarren vol dozen en zakken, tingel-tengel klinkt het uit de eettentjes en vanaf voorbijgaande brommers. We rennen door geurige vlagen appeltabak uit waterpijpen terwijl de oproep tot gebed echoot vanuit honderden minaretten. Een nieuwe soundtrack voor de komende maanden.