Dopamine

Het is bijna kerst, dus de bus moet versierd. Met Jamie loop ik door een bos van lage bomen, op zoek naar kerstige takken en grote dennenappels. De aarde kleurt zanderig geel naarmate de begroeiing minder dicht wordt en we meer naar het uiteinde van de kliffen toe lopen. Bij de rand kijken we uit over zee. We zijn in het zuiden van Portugal, de Algarve. Het is de meest spectaculaire kustlijn die ik ooit gezien heb. Gele, kalkstenen wanden van tientallen meters hoog zijn door het water ingeschuurd, afgebroken of in bogen gesleten. In de ontstane baaitjes liggen verlaten zandstranden. In zee staan puntige rotsen te wachten tot ook hun lot wordt bezegeld en in stukken uiteen zullen vallen. Maar voorlopig staan ze er maar mooi, te wachten tot ik er een foto van maak. Met mijn hand tast ik in mijn broekzak: geen telefoon. Een kort moment van schrik, daarna teleurstelling. Naar de bus terug lopen is te ver, dus dit gouden uurtje gaat verloren. Balen.

Door de afwezigheid van mijn telefoon moet ik denken aan een vakantie in een kindloos tijdperk, jaren terug. Linda en ik verbleven op Raja Ampat: een paradijselijke archipel ten noordwesten van Papua, onderdeel van Indonesië. Acht nachten sliepen we op een van eilanden, in een rieten hutje op het strand, onderdeel van een homestay. Na zonsopkomst stapten we in de boot en doken we op plekken waar biologen nog regelmatig nieuwe soorten ontdekken: een magische wereld. De rest van de dag lagen we in een hangmat en zwommen af en toe in zee, waar jonge haaien samen met schildpadden de ondiepe wateren bevolkten. ‘s Avonds aten we kreeft, krab of iets anders wat er gevangen was die dag. Internet was er niet, dus ik zette mijn telefoon uit bij aankomst en pas weer aan toen we vertrokken. 

Het was de perfecte vakantie. Niet alleen door de omgeving, de mensen, het tropische klimaat, maar zeker ook door de afwezigheid van afleiding. Pas als het je gelukt is om je telefoon los te wrikken uit je linkerhand merk je pas in welke mate je lichaam en geest er mee vergroeid zijn. Hoe vermoeiend het eigenlijk is wanneer je nooit op één plek bent, maar continu met één voet in het digitale nergens staat. Met mijzelf sprak ik af dat ik voortaan iedere vakantie offline zou gaan. Nooit ben ik die afspraak nagekomen, en nu vraag ik mij af waarom niet.

Het onderhouden van relaties zou er één kunnen zijn. Sinds ons vertrek proberen we contacten te onderhouden via social media. Dit lukt zowel met mensen die we voorheen op wekelijkse basis spraken, als met diegenen bij wie dit niet zo was. Oud-collega’s, familieleden die we zelden meer spraken, mensen die we onderweg tegenkomen: het gemak waarmee je op een leuke manier contact onderhoudt is het grote voordeel van deze tijd. Maar daarnaast is er een schokkende zinloosheid in mijn omgang met het apparaat: een tijdvretend monster waar mijn behoefte aan dopamine kennelijk geen weerstand aan kan bieden.

Talloze keren betrap ik mijzelf op het lezen van het nieuws, terwijl het nieuws zelden betrekking heeft op mij, en al helemaal niet op dit moment. Allerhande excuses bedenk ik voor mijzelf om toch weer mijn telefoon te pakken. Het weer, de reisroute, de bezienswaardigheden - want god verhoede dat we een highlight missen. ‘Even checken of ik nog nieuwe berichten heb’: het is junkengedrag voor een shotje. Zelfhaat overvalt me wanneer ik met Jamie een boekje aan het lezen ben en tegelijkertijd iets op mijn telefoon aan het doen ben. Als zelfs het geven van aandacht aan mijn kind het heeft verloren van onmiddellijke, zinloze behoeftebevrediging, wat ben ik dan meer dan een willoze marionet van een advertentieplatform? 

Was mindfulness ook zo groot geworden als iedereen een paar jaar terug zijn telefoon in de bak had geflikkerd? Maar in tegenstelling tot deze eenvoudige oplossing is iedereen overprijsde apps gaan downloaden om korte zen-momenten te ervaren onder begeleiding van het zoetgevooisde stemgeluid van een zelfbenoemde goeroe met een setje klankschalen op de achtergrond. En kun je aan het eind van de week op je telefoon zien hoe lang je op je telefoon bezig bent geweest, om de week nadien nog langer naar het scherm te kijken, want je had net die app met die goeroe gedownload, waar je zo lekker rustig van werd. 

Dus alles in overweging nemend besluit ik na de teleurstelling om te berusten in de afwezigheid van mijn telefoon. Met verder niets om handen zit er niets anders op dan te genieten van dit onwerkelijk mooie uitzicht. We staan ademloos te kijken naar de zee onder ons. Ik vanwege de schoonheid van dit alles, Jamie omdat hij net een dennenappel naar beneden heeft gegooid. De zon is onder aan het gaan en geeft de rotsen een rode kleur, de zee slaat met doffe klappen tegen de rotswanden. Een meeuw blijft boven ons hangen, een zeilboot vaart precies voor de zon langs. Ik kan er geen foto van maken, er is niemand om dit mee te delen behalve mijn kind. Dit gouden uurtje is niet verloren, maar is er voor ons, en voor ons alleen. Misschien wel de grootste uitdaging van deze tijd: even stoppen met bladeren en je concentreren op de plek waar je bent. 

Voor nu is het me gelukt. Als ik m’n telefoon weer heb ga ik dit verhaal snel op Insta zetten. De ideale manier om iedereen een pure ervaring als deze toe te wensen...