Fit

Gezondheid is ons baken in de struikelpartij die het leven is. Thuis stond ik nog wel eens voor de manshoge spiegel in de slaapkamer mijzelf te inspecteren: even zien of de middelbare leeftijd mij al in z’n greep had. Om uiteenlopende redenen (het gebrek aan manshoge spiegels is er één van) doe ik dat niet meer, maar toen in Italië de vettige damp van gorgonzola niet meer uit de bus te krijgen was hadden wij wel het idee om waakzaam te zijn. Wanneer je bovenlichaam zich eenmaal als een bloezend overhemd nonchalant over je taille heeft gedrapeerd, ben je te laat.

Maar fit blijven valt niet mee als je iedere dag alcohol drinkt en omwille van culturele verdieping allerlei lokale specialiteiten tot je moet nemen. De eigen gezondheid is natuurlijk aan Pfizer en de goden overgeleverd in deze tijden, maar om desondanks de illusie van controle in stand te houden proberen we geen vlees te eten, nemen we bochten altijd ruim om niet in onze eigen dieselwalmen terecht te komen, en kijken iedere avond dwangmatig naar de stappenteller van Lin. Als we tienduizend stappen hebben gehaald nemen we altijd een wijntje om het te vieren. 

Het niet eten van vlees in een land waar de salamiworsten je op iedere straathoek om de oren vliegen is overigens ook een uitdaging. Het is dat er beton bestaat, want anders zouden ze alles hier van varken bouwen. Dus wanneer we een café of restaurant binnenstappen doen we dat nu met de slogan ‘Hope for the best, prepare for de worst’, wat dus meestal uitdraait op dat laatste. Gelukkig begaven wij ons enkele dagen geleden richting de kuststrook rondom Tarifa, wat bekend staat als het Europese walhalla van de surfsport - en laat ik nu al maanden een plank en zeil op het dak hebben liggen. 

Bij het dorpje Los Caños de Meca parkeren we de bus voor een strandopgang waar talloze andere campers staan geparkeerd. Veel surfboards liggen op daken, wetsuits hangen te drogen aan boomtakken, en jongens met caps en mutsjes over hun natte haar staan bier te drinken en muziek te luisteren. De manier waarop huisraad is uitgestald maakt duidelijk dat sommigen hier al weken of maanden staan. Omdat Marokko momenteel geen optie is, omdat het thuisland niet aantrekkelijk is in de winter, of gewoon omdat de sfeer hier goed is. En dat is het: reggaemuziek komt bij een strandtentje even verderop vandaan, waar kiters boven zee zweven tussen hemel en aarde. Terwijl de wereld langzaam transformeert in planeet polikliniek, lijkt iedereen hier te leven in een zorgeloze, covidvrije bubbel onder de Spaanse zon. Als violisten op de Titanic staat iedereen bier te drinken en van de wind te leven - en nu we er toch zijn, kunnen we best even mee doen.

De volgende ochtend staat er geen wind, en dat komt goed uit. Ik heb nog steeds last van mijn rib, die toch gekneusd lijkt na een val van de motor een week of twee terug. Bovendien sliep Jamie onrustig en heb ik een kater. Om niet volledig in lethargie te belanden pak ik twee paracetamol, trek mijn sportkleding aan en ren bij het ochtendgloren het strand op. Na een paar kilometer stop ik en ga tussen de schelpen zitten op het vochtige zand: zwaar hijgend zet ik mij aan wat rek- en strekoefeningen. Met mijn benen gestrekt voor me probeer ik mijn tenen aan te raken. Ik haal niet eens mijn enkel: het voelt alsof ik een bowlingbal dubbel probeer te vouwen. 

Gedesillusioneerd loop ik terug langs de branding. Bij terugkomst roept Jamie bij mijn aanblik: ‘Papa! Beetje moe?’. Slaat die middelbare leeftijd me alsnog keihard in het gezicht - daar is geen spiegel meer voor nodig tegenwoordig.