Net als veel andere gezinnen ging ik vroeger met mijn ouders regelmatig naar Frankrijk op vakantie. Frankrijk was een andere wereld: ze spraken een andere taal, ze hadden er ander geld, ze hadden ander eten. Je kon er ook niet zomaar komen: gewapend met routekaarten, briefjes met plaatsnamen en boeken met campings zaten mijn ouders voorin de auto. Voorafgaand aan vertrek was er geld gewisseld, traveller cheques georganiseerd en de vouwwagen was volgeladen met jong belegen kaas, hagelslag en mayonaise. Eenmaal onderweg bleek de eufemistisch genaamde ‘Route du Soleil’ een hindernisbaan van files, bloedhitte en ondergepoepte gaten die wc’s voor moesten stellen. Afslagen stonden onduidelijk aangegeven, wegen waren verdwenen, dus naarstig moest een nieuwe route worden ingetekend terwijl de cassette van Kinderen voor Kinderen vastliep in de autoradio.
Eenmaal op plaats van bestemming kon je je tegoed doen aan exquise specialiteiten die je in Nederland niet had: stokbrood, chocoladecroissantjes, witte smeerkaas in de vorm van triviantjes. Bij nood aan de man - een ziek kind, gestolen cheques, de jaarlijkse windhoos waardoor de hele camping de lucht in ging - was je aan de goden overgeleverd: die Fransen waren van een ander slag, en ze spraken erbarmelijk Frans dus nooit te verstaan. Het enige bekende wat houvast bood was de één dag oude editie van De Telegraaf in de campingwinkel.
Fast forward naar het Europa van 2021. De chocoladecroissant is het symbool geworden van de eenwording van de Europese Unie: op iedere straathoek verkrijgbaar. Nergens hoef je iets te eten wat je niet kent: doe je dat wel dan is het folklore. Vrijwel overal kun je met je eigen valuta betalen - hoewel je het nergens in handen hebt, want je betaalt contactloos. De wegen zijn uitstekend en voorzien van tankstations met sandwiches en toiletten. Overnachtingsplaatsen zijn door duizenden mensen al beoordeeld en kunnen binnen een halve minuut worden gereserveerd, betaald en de route staat direct klaar - u wordt om de files heen geleid. Als het ergens gaat regenen weet je dat dagen vooraf dus verplaats je naar een andere plek waar je wél Instagrammable foto’s kunt maken. Mocht je ondanks je Internetverbinding toch iemand nodig hebben die onverhoopt geen Engels spreekt dan laat je je telefoon het gesprek vertalen. Het is onwaarschijnlijk comfortabel, maar in tegenstelling tot de kampeervakanties met mijn ouders, wel voorspelbaar en dus weinig avontuurlijk.
Godzijdank zijn sommige landen er nog niet in geslaagd toe te treden tot de EU! Servië bijvoorbeeld - een land dat garant staat voor een traktatie aan verrassingen. Gisterochtend nog sprong er een territoriale geit in de bus nadat we dachten een rustig plekje langs de Donau te hebben gevonden. Die middag werd één van Linda’s slippers opgevreten door een straathond, dezelfde beesten die ons de hele nacht wakker houden, totdat overenthousiaste hanen de afterparty verzorgen vanaf 5 uur ‘s ochtends. Een vuilophaaldienst kennen ze niet, afval ligt als een oneindige slinger in de berm naast de wegen.
Wegen die dermate slecht zijn dat we vanmiddag lek reden, net buiten een dorpje op het platteland. Het is een uur of twee, de thermometer tikt de 30 graden aan. We staan voor een garagebedrijfje, maar omdat de duivel niets ongemoeid laat is het zondag - alles dicht. Geen Internet- of belbundel want buiten de EU, dus overgeleverd aan ons eigen krikje en het reservewiel. Jamie, onze blonde showpony, trekt de aandacht van een man met 3 tanden en een penetrante alcohollucht om zich heen. Hij helpt ons het wiel verwisselen. Hij spreekt geen taal die we kennen, maar maakt ons duidelijk dat hij een Kosovaarse Moslim is. Als dank geven wij hem een fles wijn, waar hij duidelijk mee in zijn nopjes is.
Uiteindelijk vinden we een camping - na twee keer verkeerd te zijn gereden. Bij aankomst krijgen we een Rakia, de lokale Schnaps. Het is nu donker, zojuist sprong een vos op de tafel en beet in onze tafellamp. Voor ons het teken om naar bed te gaan: we zijn doodop. Het gaat hier niet vanzelf, de dagen zijn intensief, maar de beloning is groot: wat een schitterend land. Een beetje zoals het Frankrijk van de jaren tachtig - haak uw caravans aan en komt allen! Het zou me niet verbazen als er morgen een Telegraaf bij de receptie ligt.