Thuis

Tussen de stompkaarsen, deurmatten en bloempotten liggen bij Xenos houten borden waar 'home is where the heart is' op staat. Ik heb niet zoveel affiniteit met de spreekwoordelijke versie van het hart, en ook niet met de Xenos, dus wij hebben ‘m niet in de bus hangen. Bovendien is het doel van deze reis niet om ons thuis te voelen. Dan hadden we beter thuis kunnen blijven. 

We voelden ons niet eerder zo ver van huis als in Transsylvanië, een provincie van Roemenië dat met name bekend is geworden door een bijtlustige graaf met een slaapprobleem. Het platteland bestaat uit heuvels met zonnebloemen en maïs, voorzien van kleurrijke dorpjes met weerkerken. Tussen de dorpen rijden boeren met paard en wagen, vrouwen met hoofddoek lopen voorovergebogen langs de weg. Richting de Karpaten veranderen heuvels in bergen, grote kastelen bewaken de toegang tot valleien met kalkstenen kliffen. Eindeloze haarspeldbochten leiden over ontzagwekkende bergpassen, waar herders met schapen de graslanden delen met beren en lynxen.  

Aan de voet van de bergen bouwen we kamp langs een rivier. Een man stopt en vraagt of alles in orde is en of hij iets voor ons kan doen. Wanneer we uitleggen dat we daar blijven slapen stelt hij voor om naar zijn huis een stukje stroomopwaarts te gaan, hij heeft nog een bed over. Hij vindt het blijkbaar maar armoedig, slapen in een bus. Ik rijd met hem mee in zijn auto, het huis ligt prachtig op een steile heuvel maar is onbereikbaar voor ons, dus we slaan zijn aanbod af. Hij rijdt mij terug naar ons plekje aan het water en geeft ons een stapel appels en zelfgemaakte appelcider. ‘Welcome to Romenia: feel at home!’ roept hij terwijl hij wegrijdt.

Linda maakt iets te eten, Jamie kijkt een filmpje. Ik zoek naar hout voor een vuurtje en denk na over de opmerking van de gastvrije Roemeen. Ik wil juist iets anders zien en beleven dan thuis, maar voor Jamie is het wel degelijk belangrijk om zich niet totaal ontheemd te voelen. Voorafgaand aan ons vertrek hebben we getwijfeld: moeten we ons kind nu al onttrekken aan een wereld waaraan hij nauwelijks gewend is? Maar waar wij onze blik willen verruimen, focust hij zich juist op de zaken die hij herkent. In de bus heeft hij een hoekje met stickers, een van de raampjes is zijn winkeltje, en als we geparkeerd zijn mag hij achter het stuur gaan zitten en alle knopjes op het dashboard indrukken. Op iedere nieuwe plek rent hij naar de zaken die hij kent: een schommel, een zandbak, een poesje, een appelboom. Hij hecht grote waarde aan de structuur van de dag. Als hij geen melk krijgt bij het opstaan, of wij het ‘konijnenboekje’ niet voorlezen voor het slapengaan, gaat dit niet ongemerkt voorbij. Misschien is dat wel het gevoel van ‘thuis zijn’: het uitvoeren van vaste gewoontes, dagelijkse momenten van herkenning, het vormen van een ritme - in het dagelijks leven ook wel bekend als ‘sleur’. Maar wanneer je iedere ochtend op een andere plek wakker wordt zijn die momenten juist van grote waarde - zeker voor een kind. 

Ik kom terug met een stapel takken, een aantal koeien en een ezel loopt langs. De ezel komt achter Jamie staan en kijkt over zijn schouder mee naar het filmpje. Jamie draait zich om. ‘Hé ezel’ zegt hij, en kijkt weer verder. Vandaag wordt hij 2. Mocht je hem willen feliciteren: hij is thuis, in Roemenië.