'Hier moeten we binnenkort ook mee stoppen' zegt Linda terwijl Jamie een halve banaan in z'n mond stopt. We zitten op een terras in het dorpje Rauma, aan de Finse kust. Huisjes van hout in Amerikaanse stijl, het doet een beetje denken aan het Wilde Westen - maar dan met pastelkleuren, meeuwen en een zilte lucht. Ze doelt op de banaan en het meegebrachte drinken voor ons kind, terwijl wij koffie en een broodje hebben besteld. 'Ik snap dat jij het lekker goedkoop vindt, maar er komt een moment dat we ook voor hem moeten bestellen. We kunnen niet tot zijn 16e zelf eten voor hem meebrengen.’
Ik wil bij deze stellig ontkennen dat ik een krent ben. De aanname dat ik bananen naar restaurants meeneem uit financieel gewin klopt niet, die gewoonte is geboren uit de beslissing om hem niet te veel suiker en zout te geven. Meestal nemen we een banaan mee als ‘gezond stukje fruit’, en daarna krijgt hij iets waar hij lang op moet kauwen: een volkoren cracker, of een uitgedroogd stuk roggebrood. Zodat wij rustig de tijd hebben om onze aardbeienslof of zalmfilet op te eten.
Maar, zoals vaak met bijzinnen waarin een beschuldiging verborgen ligt die tegen het zere been is, spookt ‘ik snap dat jij het lekker goedkoop vindt’ even later door mijn hoofd wanneer we richting het binnenland rijden. Finland is namelijk schreeuwend duur dus het ís ook lekker goedkoop. We kopen geen alcohol, vermijden campings, en de route wordt niet zozeer bepaald door toeristische trekpleisters maar de dichtstbijzijnde Lidl. Dus toegegeven, misschien ben ik wel een krent, maar - om de schuld maar op mijn nationaliteit af te schuiven - is dat geen stukje Hollands glorie?
Rijdend langs eindeloze bossen en meren met lege stranden - het zoeken naar een Lidl is geen sinecure hier- komt onze afkomst in ieder geval goed uit de verf. Het is voor iemand uit een land waar iedere vierkante meter functioneel moet zijn, moeilijk te begrijpen waarom in de eindeloze leegte die Finland is, oevers van een meer zo groot als de Kralingse plas compleet onbewoond zijn. Er ontwaakt een soort projectontwikkelaar in ons dat overal mogelijkheden tot nieuwbouw en gebiedsontwikkeling ziet.
Daarnaast praten Finnen bij voorkeur niet of zacht, terwijl Nederlanders bekend staan als luidruchtig: ook aan dit beeld voldoen we volledig. We willen graag een eland zien, maar de kans dat dit lukt met ons kind is nihil, ondanks de vele wandelingen. We hebben wel hertjes gezien, maar dit was terwijl we reden in de bus - wat veel zegt over het geluid dat onze 1-jarige zoon produceert ten opzichte van een brullende vrachtwagenmotor.
In Helsinki beëindigen we de route door Finland en pakken we de boot naar Estland. Maar niet vóór we op de laatste avond, als terugblik op een geslaagde trip door het land van 1000 meren, voor het eerst en laatst een biertje bestellen. De banaan blijft zelfs in de tas, Jamie mag een ijsje: overboord met dat calvinistisch geleuter! Op een drijvend café net buiten de stad, de avondzon schijnt door het bier. Goudgeel, bruisend, koel in de mond: voor we het weten is het op. 7 Euro voor een halve liter, zo goedkoop hadden we het nog nergens gezien. Voelt toch als een overwinning met een Hollands tintje.