Perceptie

Rond de cornervlag van Europa wordt de verdediging gevormd door obscure landen als Bulgarije en Noord-Macedonië. Tot het moment dat we eerstgenoemde binnen reden had ik geen enkel concreet beeld bij het land, slechts een vage associatie met bouwvallige huizen, kundige stukadoors en blikjes bier in plastic zakken, tezamen in een grijzige mist van miezerregen. Nu we er zijn blijkt ook dit een op onwetendheid en generalisaties gestoeld waanidee: het is me vaker overkomen deze trip. Soms vraag ik me af hoe Amerikanen naar Nederland kijken voorafgaand aan hun zesweekse 'once in a lifetime'-Europareis. Helemaal vanuit Texas eindelijk naar Parijs en Venetië, en oh ja, we gaan ook twee dagen naar een koddige stadstaat met de naam 'Holland': iets met kaas, marihuana en prostituees? Maar goed, misschien ben ik zelf gewoon kortzichtig en bevooroordeeld en doe ik hiermee bovendien de Amerikanen tekort - hoewel het doorgaans lastig blijkt om hen te onderschatten.    

Voor Bulgarije geldt in ieder geval dat de ervaring grotendeels wordt bepaald door de aanrijroute. Komend vanuit de westelijke kant van de EU valt waarschijnlijk de kneuterige landbouw op, de vervallen huizen en gebrekkige infrastructuur. Binnenkomend vanuit het Aziatische deel van de wereld is het echter een feest der herkenning. Er zijn rijkelijk bevoorrade supermarkten met geruststellende, westerse muzak uit het plafond. Hippe koffietentjes met fleurige terrasjes, voorverpakte broodjes bij tankstations met geboende tegelvloeren, en schitterende nationale parken met heuse overzichtskaarten vol wandel- en fietsroutes. De sfeer is niettemin authentiek en landerig. We rijden door een bosrijk landschap met dorpjes die volledig bestaan uit licht geschilderde huizen met roodbruine daken. In ieder plaatsje is een kleine straatmarkt en daarnaast een uitstalling waar oudere mannen biertjes drinken. Veel huizen hebben een schaduwrijke pergola vol druiven, op de weg rijden museumwaardige tractoren met aanhangers vol werklui.    

In Plovdiv, één van de oudste steden van Europa, stappen we rechtstreeks een geschiedenisboek in. Op iedere straathoek valt mijn mond zo ver open dat ik mijn kin schaaf aan de antieke klinkertjes. Statige huizen met sprankelend schilderwerk, gebeitste balkons en weelderige tuinen, met in het midden van de oude stad een Romeins amfitheater dat nog altijd in gebruik is. Wanneer we een Jamieslaapje later aankomen in het in de bergen gelegen dorpje Koprivshtitsa zien we dezelfde architectuur terug, maar nu in een decor van naaldbomen, heldere beekjes en rokende schoorstenen. Wanneer ze ten behoeve van de uitspraak iets meer klinkers aan de naam toe zouden voegen heeft het de potentie om enorm toeristisch te worden, maar voor ons heeft het nu nog precies de goede balans: de romantische straten voor jezelf, maar wél een aantal opengestelde huizen voor belangstellenden en een bakkertje voor vers brood.

Al fietsend, wandelend en verwonderend steken we de grens over naar Noord-Macedonië, het enige stukje voormalig Joegoslavië waar de oorlog niet heeft gewoed, maar wat evenwel onafhankelijk is geworden. We maken kennis met de bevolking op een kleine markt waar groente en fruit wordt verkocht op kleden en uit kratjes. Er heerst, zo tussen de aardappels en tomaten, een gemoedelijke sfeer, wat bijna onvermijdelijk is in een land dat naam geeft aan plaatsen als 'Skopje' en 'Stip' en de meest vrolijke vlag ter wereld heeft vormgegeven. We stoppen bij een wijnboer waar de oogst in volle gang is. We slapen tussen de wijngaard en de boerderij, waar vanaf vroeg in de ochtend tot 's avonds laat de druiven van de velden worden gehaald en in de ontsteelmachine gegooid. De dag daarna vervolgen we onze weg, tussen de tabaksplantages door naar het Meer van Ohrid, een onvoorstelbaar helder water met een kustlijn waar de naam 'rivièra' niet voor zou misstaan. We rijden omhoog en parkeren in een bos met uitzicht op het water. Het blad in de bomen heeft al een gelige waas, er vallen rijpe kastanjes op de grond en er hangen flarden mist boven het meer. Het wordt herfst, en dat vind ik dus óók al mooi. Tja.

Misschien ben ik gewoon snel tevreden en daardoor in staat om alles binnen mijn blikveld te overladen met superlatieven omdat zelfs een kreupele pony nog over mijn standaard heen kan springen. Maar ik ga liever niet mee in die redenatie, vooral omdat dit alle aan mijn vriendin geadresseerde complimenten zou degraderen. Maar hoe dan ook, schoonheid is perceptie en daarmee subjectief. Zoals de scherpzinnige Amerikanen plegen te zeggen: 'beauty is in the eye of the beholder'. Desalniettemin denk ik met een aan objectiviteit grenzend enthousiasme deze landen aan te kunnen raden. En mocht u er het uwe van denken en uzelf een hogere standaard toedichten, zorg dan voor een reisroute vanuit Iran. Voelt als thuiskomen, maar dan ver van huis. Fijn hoor.