Volwassen

Toen we vertrokken hadden we het plan om gewoontegetrouw alleen in de weekenden alcohol te drinken, waarbij we de donderdag, conform het Nederlandse deeltijddenken, gemakshalve tot het weekend zouden rekenen. Dit is volslagen mislukt, om een reden die het midden houdt tussen een combinatie van te veel vrije tijd, de app Vivino en het nummer 'Liever te dik in de kist'. Het heeft er toe geleid dat Jamie bij iedere mok of halfvol glas dat hij oppakt vraagt 'Zit hier wijn in?'. Daar zullen ze bij terugkomst op de kinderopvang minstens hun wenkbrauwen over ophalen, maar het vervult me toch met een gevoel van trots: ondanks ons weet hij op een tamelijk volwassen manier met alcohol om te gaan. 

Deze week wordt hij drie jaar. Volwassen is hij nog lang niet, maar hij verandert onmiskenbaar. Zo maakt hij vorderingen aangaande zijn aangeboren incontinentie. De luiers lijken nu echt een gepasseerd station, wat hem weinig lijkt te deren maar voor ons een grote opluchting is. Verschonen buiten de bus in deze landen kan alleen in barbaarse sanitaire omstandigheden waardoor ik mijn kind noodgedwongen op de grond in enkeldiepe mannenpis moet leggen, waarbij het enige alternatief een archaïsch steegje is, waar ik op de knieën moet tussen een dode kat en drie halfkale duiven. Ook vreugdevol is het feit dat hij regelmatig zelf speelt, in een imaginaire omgeving. Gisteren waande hij zich in een pizzeria waar hij knijpend in het luchtledige deeg heeft staan kneden en honderden pizza's in een denkbeeldige oven heeft gegooid, waarna wij ze allemaal op moesten eten. Zijn fantasie bereikt soms LSD-achtige proporties: zo heeft hij ook een 'bloementuin voor opa' gemaakt, in de branding van de Zwarte Zee. Eindeloos heeft hij steentjes in het zand verplaatst, en dit besproeid met zout water uit zijn gietertje. Dat water is overigens gewoon helderblauw, in tegenstelling tot wat de ongezellige naamgeving van deze binnenzee doet vermoeden, en heeft de onvoorstelbare temperatuur van negenentwintig graden.   

Hierdoor is afkoelen nauwelijks mogelijk - helaas. Want het is druipend heet. We volgen de kust door Georgië en Turkije, waar de lucht is zwaar van het vocht. Er staat geen zuchtje wind en zelfs 's avonds koelt het nauwelijks af: we slapen met de deuren open en ventilatoren aan. Alleen wanneer we het binnenland inrijden geeft dat enige verlichting, want vanaf de kust rijd je rechtstreeks de bergen in. Het is er tropisch groen. Er zijn theeplantages, 80% van 's werelds hazelnoten komt uit deze streek, er groeien overal vijgen, we zien pompoenen en zelfs kiwibomen. Maar telkens weer dalen we af naar zee. Deze dagen staan we met een andere familie onder de bomen aan het water. Jamie, naakt rondrennend met zijn zwembandjes aan en kleine zweetdruppeltjes onder zijn ogen, zou nooit meer weg willen. Het is de eerste keer dat hij echt speelt in de golven, languit in de branding rolt en zandkastelen bouwt. Het water is zo warm dat hij er de hele dag in kan blijven spelen zonder het koud te krijgen. 's Ochtends, wanneer Linda en Jamie hun eerste duik nemen, zwemmen er dolfijnen langs.

Het ruikt hier naar zomervakantie: dennenbomen, zonnebrand en zilte zeelucht. Wanneer hij leeftijdsgenootjes ziet loopt hij op ze af en gaat voor ze staan met vermelding van de tekst: 'Hoi, ik ben Jamie'. Doordat hij de afstand bewaart van een bokser bij een staredown en de peuter in kwestie navenant lang en zwijgend aan blijft kijken rennen de meesten na een tijdje bij hem weg. Zijn buurmeisje kan hem echter velen, waarmee hij vliegert, met de bal speelt of in de hangmat ligt. Hij is bruiner en blonder dan ooit, een drentelend chocoladetoetje met een mutsje van gele room. Op sommige momenten ís hij ook daadwerkelijk om op te vreten, met zijn sprankelogen en gesliste verhaaltjes, waarna hij een redeloze driftbui krijgt en je vervolgens denkt: 'had ik het maar gedaan'. Een man komt dagelijks langs met broodjes, er is smeltend ijs dat druipt van kin tot navel, en 's avonds pizza's, maar nu écht, zelfgemaakt op open vuur uit een gietijzeren pan. 'Wat een leuke dag, zeg' horen we hem tegen zijn vriendinnetje zeggen.

En dat was het: een zorgeloze dag waarop alles kon, en het ook nog gebeurde. Op dagen als deze gun je een kind een leven lang spelen, in plaats van met vallen en opstaan 'volwassen' te raken. Ja, je mag dan alcohol drinken. Maar de bijbehorende afgevlakte emoties, zinloze geopolitieke zorgen, twijfel en verantwoordelijkheden, de pijn van onvervulde dromen…dan toch liever gierend van de lach een golf door opa's bloementuin zien rollen, of extatisch uit de zee rennen om te vertellen dat je 'dofijne heb gesshien'. Misschien is de vraag van het ouderschap niet wat wij hém moeten leren, maar wat wij van hem kunnen leren. 

Deze week wordt hij drie: dat hij het nog maar lang mag blijven. Daar proosten we op. Met een glas waar wijn in zit.