Ushguli

Als er al enige twijfel was over de waarde van deze reis, dan is deze weggevaagd door ons bezoek aan Ushguli. Dit dorpje ligt diep in de regio Svaneti, tegen de Russische grens. Het onverbiddelijke berglandschap en bijbehorende klimaat heeft gezorgd voor eeuwenlange isolatie, waardoor het gebied middeleeuws aandoet. De kleine dorpen zijn voorzien van tientallen stenen torens, schuilplaatsen voor tijden van nood en gevaar. De Svans hebben een eigen (gesproken) taal, een eigen keuken en occulte tradities en legendes die in de afgelopen eeuwen zijn vermengd met het christendom. Het is een trots, patriarchaal volk dat overleeft in de familiesfeer, waarbij bloedwraak tot voor kort niet werd geschuwd (zie ook de film Dede - hier in Ushguli dagelijks te zien in een 'bioscoop'). 

Ik loop op mijn slippers door de stoffige straten. Met stijgende verbazing kijk ik naar de wereld om me heen, als een kind op de kermis. De huizen zijn gemaakt van donker steen, soms onleefbaar bouwvallig met als enige moderniteit een golfplaten dak. Binnen wonen families, soms nog altijd samen met hun vee. Het hooi, dat momenteel dagelijks met zeis en hark van de bergen wordt gehaald, ligt op de bovenverdieping: voer en tegelijkertijd isolatie voor de winter. Deze kenmerken zullen de leden van Vereniging Eigen Huis niet direct verleiden tot een pied-à-terre in Svaneti, wat waarschijnlijk de reden is dat dit gebied ook in de laatste tientallen jaren haar authenticiteit heeft weten te bewaren.

Wellicht lijkt het op Zwitserland zoals het vijfhonderd jaar geleden was: een soortgelijk landschap, maar zonder de kloeke bergtreintjes, gemanicuurde alpenweiden en perfecte chalets met weelderige balkonflora. Waar je op dit moment in Grindelwald rustig met je Christian Louboutins vanuit het Four Seasons naar je favoriete restaurateur kunt flaneren, word je hier waarschijnlijk direct omver gereden door een zesjarig ventje op een opgefokt paard, waarbij je val wordt gebroken door een hoop koeienstront. Het is niet per definitie beter, maar de prozaïsche manier van leven is rauw en eerlijk. Toeristen komen hier allemaal over dezelfde beroerde -en afhankelijk van seizoen en regenval gevaarlijke- weg, slapen ongeacht status of banksaldo in middeleeuwse guesthouses met bedden van curieuze kwaliteit, en moeten te voet of te paard de bergen in wanneer ze deze verder willen ontdekken. Onder de bewoners, waarvan slechts een handvol families ook de wintermaanden (vijf meter sneeuw is geen uitzondering) in het dorp verblijft, heerst een soortgelijke solidariteit. De inkomsten lijken evenredig verdeeld, wat de armoede een stuk charmanter maakt dan wanneer deze voorkomt in een maatschappij waar bergen oud geld van hand tot hand gaan en een minderheid het lazarus kan krijgen. 

Wat in Zwitserland ook niet zou lukken is de bus dagenlang kosteloos op een majestueuze locatie net achter een dorp parkeren. We staan op een heuvel aan het begin van een vallei. Vanaf de kronkelende rivier lopen de groene wanden omhoog, een v-vorm als een vlot opengetrokken theaterdoek. Achter deze gordijnen wordt het decor gevormd door de hoogste bergen van Georgië, een massief altaar met een wit kleed dat zich scherp aftekent tegen een blauwe hemel. Meerdere gletsjers banen zich een weg naar beneden: wanneer de zon ondergaat voel je de ijzige wind die van hen af glijdt. Ik heb een ongeneeslijk zwak voor de bergen. Ze zijn als een cadeau dat je telkens opnieuw kunt uitpakken zonder dat de verrassing verloren gaat, vergelijkbaar met de gretige blijdschap die Linda tentoonspreidt wanneer ze een blok belegen kaas openmaakt. Ik schiet op een maniakale manier foto's: twintig jaar geleden had ik een hele rugzak vol rolletjes mee moeten nemen om op één dag hetzelfde aantal foto's te kunnen maken als ik nu doe. 

Ik loop verder. Even verderop wordt een koe gemolken zoals dat alleen in Nederlandse prentenboeken gebeurt: met de hand, zittend op een krukje met een stalen emmer tussen de benen. Een meisje drijft galopperend op een paard een aantal koeien door de straten. Een oude vrouw met hoofddoek trekt aan een koord met een onwillig kalf. Mannen bouwen met handgemaakte ladders een nieuwe verdieping op een huis. Ik weet niet precies waarom, maar onze aanwezigheid hier raakt me, op een manier zoals je dagelijks zou willen ervaren. Domweg in deze spectaculaire omgeving door een levend museum lopen bezorgt me een sensatie dat raakt aan een vlaag van verliefdheid: de onderhuidse spanning die wordt veroorzaakt door de adrenaline van een unieke beleving, en tegelijkertijd de angst dat gevoel te verliezen. Alsof je een dagdroom hebt gevangen die je niet kwijt wil raken.

Maar goed, dat raken we wel, want de muesli en de vuilniszakken zijn op, dus we moeten tientallen kilometers onverharde bergweg berijden om een fatsoenlijk geoutilleerde supermarkt aan te doen. Met lede ogen kijk ik in de achteruitkijkspiegel naar mijn meest recente vakantieliefde. De stenen torens verdwijnen achter de glooiing van een heuvel. Als ik weer in Nederland ben ga ik nog eens met mijn slippers in de koeienstront staan. Kijken of dat gevoel dan terugkomt.